Paragrafen

Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheer

2. Weerstandsvermogen

Het beleid gaat uit van een weerstandsratio van minimaal 1,0. Dat wil zeggen dat de berekende risico’s in ieder geval zijn afgedekt door de aanwezige weerstandscapaciteit (vermogensbuffer). Hiermee sluiten we aan bij de adviezen van de provinciale toezichthouder.
Daarnaast is een minimumgrens van € 12 mln. (10% van de jaarexploitatie) als streefwaarde voor de weerstandscapaciteit vastgesteld.

Stand ultimo

2018

2019

2020

2021

(bedragen x € 1.000)

Algemene reserve

15.468

16.740

18.021

16.565

Risicoreserve grondbedrijf

3.137

4.664

5.022

6.404

Niet benutte deel belastingcapaciteit

nvt

nvt

nvt

nvt

Weerstandscapaciteit

18.605

21.404

23.043

22.969

Algemene risico's

1.443

3.059

6.571

2.915

Risico's grondbedrijf

1.944

1.593

1.108

603

Risico's

3.387

4.652

7.679

3.518

Vrije ruimte

15.218

16.752

15.364

19.451

- Algemeen

14.025

13.681

11.450

13.650

- Grondbedrijf

1.193

3.071

3.914

5.801

Weerstandsvermogen

5,49

4,60

3,00

6,53

Het weerstandsvermogen komt ultimo 2021 uit op 6,53. Dit is flinke stijging ten opzichte van eind 2020. Oorzaak is de forse afname van de risico’s, met name op het gebied van het sociaal domein  en van COVID-19. De positieve financiële ontwikkeling bij het grondbedrijf draagt eveneens bij aan de verhoging van het weerstandsvermogen. Deze blijft ruim boven de vastgestelde norm van 1,00.
De vrije ruimte bedraagt € 19,5 mln, een toename van ca. € 4,1 mln. ten opzichte van eind 2020. De vrije ruimte in de algemene reserve bedraagt € 13,7 mln en het grondbedrijf € 5,8 mln.

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2022 08:22:36 met de export van 06/29/2022 15:54:58