2.a. Rijksbeleid
Onderzoek bevestigt problemen no cure no pay-constructie WOZ
Het aantal bezwaren tegen woz-beschikkingen neemt snel toe. Steeds vaker schakelen inwoners daarvoor een gespecialiseerd bureau in op basis van ‘no cure no pay’. Als een bezwaar (gedeeltelijk) wordt gehonoreerd dan ontvangt het bedrijf, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), een kostenvergoeding. Deze vergoedingen worden enkel verstrekt bij de inhuur van derden, inwoners kunnen daar zelf geen aanspraak op maken.
Vanwege de snelle stijging en de opvallend gestandaardiseerde werkwijze van de bedrijven, ontstond het vermoeden dat er sprake is van een verdienmodel, ten koste van de gemeenten en uiteindelijk de gemeenschap. De bezwaren van no cure no pay-bedrijven leggen een steeds groter beslag op de uitvoeringscapaciteit bij gemeenten. Het bezwaartraject wordt onnodig geformaliseerd, terwijl veel gemeenten nu juist streven naar een verdergaand informeel contact met de burger.
In februari 2021 kwam een onderzoek uit over de effecten van no cure no pay op de uitvoering van de Wet WOZ. Ondanks nieuwe inzichten, was over een aantal vragen nog onvoldoende duidelijk. De VNG vroeg daarom het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) om aanvullend onderzoek te doen. De uitkomst van het rapport bevestigt de geconstateerde problemen van gemeenten, die ook al tot uitdrukking kwamen in een aangenomen motie van de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 16 juni 2021. De strekking van de motie is om met behoud van rechtsbescherming een oplossing te vinden voor de onnodige kostenpost en uitvoeringsproblemen veroorzaakt door no cure no pay-bedrijven.
Het Coelo-rapport wordt door de VNG benut in de lopende gesprekken met stakeholders waaronder de betrokken ministeries en de belangenvereniging van no cure no pay-bedrijven. De inzet daarbij is om zo snel mogelijk te komen tot een adequate rechtsbescherming zonder perverse prikkels.